• 0.JPG
  • 1 Jaycee.JPG
  • 4blos.JPG
  • 5 a.JPG
  • 6 a.JPG
  • 006.JPG
  • 8vissen.JPG
  • 0011.JPG
  • 0013.JPG
  • 977.JPG
  • anna.jpg
  • B1.jpg
  • Blossom Gioya.jpg
  • DSC_0058.JPG
  • DSC_0307.JPG
  • NQQS5875.JPG

Product informatie

NRV is de afkorting NATUURLIJK RAUW VOER. Dat is een verse maaltijd van gemalen vlees met een percentage orgaanvlees en bot zoals dat in de natuur voorkomt. Indien u 5 verschillende diersoorten afwisselend voert aan uw hond over een periode van 2 weken dan is dat een complete woeding. Dat wil zeggen dat uw hond dan alle natuurlijke vitaminen en natuurlijke mineralen krijgt. Een gemakkelijke methode is om gewoon elke dag iets anders te geven aan uw hond. Dat zal voor uw hond dan ook niet snel tot verveling leiden.

Rauw orgaanvlees is een waardevolle bron van voedingsstoffen als water (het bestaat voor ongeveer zeventig procent uit vocht) eiwitten essentiële vetzuren mineralen vitamines enzymen en factoren die degeneratieve aandoeningen tegengaan. Het is belangrijke voeding voor hond en kat! Tien tot vijftien procent van de voeding van de hond en vijftien tot vijfentwintig procent van de voeding van de kat bestaat uit inwendige organen zoals lever, nieren, hart en vuile pens. Het moet vers en rauw zijn - en afkomstig van een betrouwbare bron. Er mogen geen parasieten in zitten. Lever : Er zitten veel belangrijke voedingstoffen in lever: vitamines, mineralen, eiwitten en essentiële vetzuren. Er zit heel veel vitamine A in en behoorlijk wat vitamine E, D en K. Er zitten veel B vitamines in, vooral B2, B3, B5, B6, biotine, folacine, B12, choline (of lecithine) en inositol. Er zit wel voldoende B1 of thiamine in maar minder dan van de andere B vitamines. Lever is een goede bron van vitamine C. Er zitten veel mineralen in: zink, mangaan, selenium en ijzer. Alle honden hebben lever nodig vanwege het selenium gehalte. Selenium maakt deel uit van een belangrijke antioxidant die gluthathione peroxidase genoemd wordt. Lever is een bron van hoogwaardige eiwitten en essentiële vetzuren, zowel omega 3 als omega 6. Voert u regelmatig lever aan uw hond? Dan geeft u hem veel verschillende, gebalanceerde voedingstoffen, die goed zijn voor zijn gezondheid, zijn huid, gezonde voortplantingsorganen en een gezond temperament. Er zit wel wat cholesterol in lever – al is het minder dan in eieren. Meestal is dit geen probleem, behalve bij te dikke honden die problemen hebben met cholesterol. Nieren: Net als lever voorzien nieren in eiwitten van een goede kwaliteit. Er zitten voldoende essentiële vetzuren in en veel vitamines, waaronder alle in vet oplosbare vitamines, A, D, E en K. Alle B vitamines zitten er in, ook vitamine B12 en nieren zijn een rijke ijzerbron. Er zit wat minder vitamine A in dan in lever, maar het gehalte aan essentiële vetzuren is goed. Het cholesterolgehalte is lager dan dat van eieren. Hersenen : Hersenen leveren eiwitten, vet en water. Het cholesterolgehalte is ongeveer drie keer zo hoog is dan van eieren. Honden die problemen hebben met cholesterol kunnen beter geen hersenen eten. Ze zijn een goede bron van de meeste B vitamines, behalve folacine en biotine. Er zit voldoende vitamine C in, bijna geen vitamine A en een beetje vitamine E. Er zitten veel essentiële vetzuren in. Hersenen zijn goed voer voor de hersenen en de huid.

Kippenvlees : Het beste is om het te geven met de botjes – zoals de natuur voorschrijft. Geef ongeveer 60 procent van de rauwe vleesbotten in de vorm van kip. Het vetgehalte varieert tussen 3 en 40 procent. Van het vet is 14 procent meervoudig onverzadigd, 52 procent enkelvoudig onverzadigd en 34 procent verzadigd. In rauwe kippenbotjes met vlees zitten veel essentiële vetzuren en beschermende, enkelvoudig onverzadigde vetten. In kip zit meer cholesterol dan in rundvlees. Het eiwitgehalte is lager dan van rundvlees, lamsvlees en varkensvlees. Het varieert van 13 tot 28 procent, maar in de meeste delen zit 20 tot 25 procent. Kip heeft weinig natrium en ongeveer drie keer zoveel kalium. Net als bij de andere vleessoorten zit er weinig kalk en magnesium in. In vergelijking met rund, lam en varken heeft kippenvlees weinig ijzer en zink, vooral wanneer het rauw gegeven wordt. In vergelijking met de andere vleessoorten heeft kippenvlees veel meer vitamine A, maar niet voldoende om in de totale behoefte van de hond te voorzien. Er is voldoende vitamine B, maar er zit geen vitamine C in. Rauwe kippenvleugels zijn de basis van de voeding van de kleine honden (poedels en miniatuur Foxterriërs). De grote honden krijgen meestal hele kippen! GEKOOKTE kippenbotjes mogen niet aan honden gevoerd worden – ze zijn gevaarlijk! Gekookte, en daardoor harder en brozer geworden kippenbotjes ingepakt in zachtgekookt kippenvlees zijn een potentieel gevaar voor elke hond. Ze kunnen overal in het spijsverteringsstelsel problemen veroorzaken, en dat gebeurt ook vaak. Geef RAUW kippenvlees, aan het bot! Voor jonge, kleine en oude dieren, of dieren met tanden die betere tijden gekend hebben kunt u de botjes in kleine stukken kappen of slaan. Doe dit zo, dat de huid heel blijft. Als de kip gekookt moet worden, verwijdert u de botjes na het koken

Rundvlees : Rundvlees is erg populair als hondenvlees. Het is een uitstekende bron van hoogwaardige eiwitten die gemakkelijk opgenomen worden. Er zitten meer eiwitten in rundvlees dan in schapenvlees, kippenvlees of varkensvlees. Meestal is het minder vettig en daarom levert het minder energie dan de andere vleessoorten. Dit betekent dat het minder bijdraagt aan vetzucht. Het heeft het laagste cholesterolgehalte en weinig essentiële vetzuren: 5 procent meervoudig onverzadigde vetten, 47 procent enkelvoudig onverzadigde vetten en 48 procent verzadigde vetten. Er zit weinig kalk in rundvlees. De ijzer- en zinkgehaltes zijn goed. Het meeste zink zit in het schoudergedeelte en de flanken. Dit is belangrijk voor een reu met vruchtbaarheidsproblemen of een hond met huidproblemen. In rundvlees zit een beetje vitamineB1, B2 en B3 en weinig andere vitamines. Honden die voor het grootste deel rundvlees eten, lijken meer problemen met de gezondheid te hebben dan honden die voornamelijk lamsvlees of kippenvlees eten. Het kan te maken hebben met een tekort aan mineralen, omdat rundvlees meestal zonder bot gegeven wordt. Kippenvlees en lamsvlees worden meestal aan het bot gevoerd. Het kan ook te maken hebben met een tekort aan essentiële vetzuren. Het kan ook, dat vlees zonder bot de tanden niet schoonmaakt en geen eetbewegingen geeft. De meeste hondenbezitters maken de zaak nog erger door het vlees in kleine stukjes te snijden.

Schapenvlees : Lamsvlees is nogal vettig, dertig tot veertig procent, en nog meer als het weggesneden is door de slager. Het cholesterolgehalte is iets hoger dan rundvlees. Het vele vet kan een probleem zijn. Als dat het geval is, snijdt u het weg of geeft u het vette stuk vlees niet aan de hond. Het vet is 3 procent meervoudige onverzadigd, 54 procent verzadigd en 43 procent enkelvoudig onverzadigd. Er zit vaak vet aan lamsvlees. Daarom levert het meer essentiële vetzuren dan rundvlees. Het zinkaandeel van schapenvlees varieert van 2 tot 10 procent, maar ligt meestal tussen de 3 tot 5 procent. Dat is hetzelfde als bij rundvlees. Het meeste zit in de flanken en in de nekwervels. Dit zijn de beste delen voor honden met een zinktekort. Er zit ruim voldoende vet en zink in om een opmerkelijke verbetering te laten zien bij honden, die overgezet worden van een droogvoer naar rauwe voeding. In de flanken van een lam zit niet meer dan 2 procent vet, te weinig om een tekort aan essentiële vetzuren op te heffen. Het eiwitgehalte van lamsvlees ligt tussen de 15 en 32 procent, het hangt af van het vetgehalte. Hoe meer vet, hoe minder eiwitten. Het eiwitgehalte is iets lager dan rundvlees. Zoals bij elke andere onbewerkte, rauwe vleessoort, zit er weinig natrium en veel kalium in lamsvlees. Dit betekent, dat schapenvlees goed is voor honden met hartaandoeningen en nieraandoeningen. Er zit meer natrium in de flanken dan in de andere delen. Er zit wat meer kalk in schapenvlees dan in rundvlees, maar niet voldoende om veel vlees zonder bot te geven. Geef het bot erbij! Het ijzergehalte is redelijk, net iets minder dan rundvlees maar beter dan kippenvlees. Het vitaminegehalte is ruwweg geschat ongeveer hetzelfde als van rundvlees. Schapenvlees, vooral aan het bot, is waardevolle voeding voor de hond: de flanken, borstvlees, koteletten, poten, schouders, ribben, nekken, bekken, ruggengraat, kop enz. Er zijn honden die diarree krijgen van lamsvlees. De oplossing is om geen schapenvlees te geven, of om het zo langzaam te introduceren dat de darmproblemen wegblijven.

Paard; Vroeger was paardenvlees erg mager en werd aangeraden om wat vet bij te voeren. Tegenwoordig worden paarden vaak gemest voor ze naar de slager gaan en is het niet altijd nodig om dat te doen. Er zijn honden die er diarree van krijgen - daarom is het beter om eerst een stukje te voeren en af te wachten hoe uw hond reageert. Voert u voor het eerst paardenvlees? Geef dan niet te veel en vul het aan met ander vlees zoals kippenvlees, schapenvlees of vet rundvlees. "Voor een leek is paardenvlees moeilijk te onderscheiden van rundvlees. Paardenvlees is meer donkerrood van kleur dan rundvlees en bederft sneller. Paardenvlees is rijk aan ijzer, hierdoor heeft het een donkerrode kleur. Doordat het spierweefsel een hoger glycogeengehalte heeft, is de smaak zoeter dan rundvlees. Omdat paarden in eerste instantie niet worden gefokt voor het vlees, is de kans op de aanwezigheid van allerlei residuen kleiner. Daarnaast kennen paarden nog geen dierziektes zoals BSE, varkenspest en vogelpest.

Konijn : Een heel konijn is goede voeding voor de hond. Het is volwaardige, natuurlijke voeding - een complete voeding met alles hij nodig heeft, ook voldoende essentiële aminozuren. Je kunt ook hele konijnen geven aan de hond, met of zonder vacht. De meeste honden zijn vooral gek op de koppen, waar heel goede voedingsstoffen in zitten: de hersenen en de ogen. In Australische windhondenkringen voerde men hele konijnen aan honden, die niet honderd procent in orde waren. Vooral wanneer ze diarree hadden, waar geen oorzaak voor gevonden kon worden.

Huidproblemen; Het nut van een goede darmflora "Zonder een goede darmflora, geen goede gezondheid" is een uitspraak die, naar onze ervaring, steeds belangrijker wordt (en niet alleen) voor onze honden. Met grote regelmaat zien we darm-, huid- en andere gezondheidsproblemen als gevolg van een onevenwichtige en te schrale darmflora. We spreken van een onevenwichtige en te schrale darmflora wanneer er te weinig verschillende bacteriekolonies en daarmee ook te weinig bacteriën in de darm aanwezig zijn. Is dit het geval, dan wordt het voedsel niet voldoende afgebroken en vindt er in de dikke darm rotting en gisting plaats. De problemen worden meestal het eerst merkbaar door allerlei darmstoornissen, zoals rommelende buik en winderigheid, dunne ontlasting, diarree of juist te harde ontlasting. In een later stadium wordt de stoornis meestal gevolgd door huidproblemen zoals een stinkende doffe vacht met jeuk en dergelijke. De hond komt in een vicieuze cirkel en is hier zonder een natuurlijke aanpak moeilijk uit te krijgen. Vijanden van de darmflora: Factoren die de darmflora kunnen verstoren zijn onder andere: Te eenzijdige "licht verteerbare" voeding. Heel vaak zien we dat na een (diarree) probleem het advies wordt gegeven om blijvend op een "lichtverteerbare" (bijvoorbeeld lam en rijst) geëxtrudeerde voeding over te schakelen. Hierdoor ontstaat het gevaar dat er een zeer eenzijdige, schrale, darmflora ontstaat (omdat bepaalde bacteriekolonies niets te eten hebben en daardoor afsterven). Wanneer de hond dan eens een keer iets anders eet is de darmflora niet in staat dit goed te verwerken en slaat op tilt met (weer) diarree tot gevolg. Wanneer dit gebeurt komt de hond in een vicieuze cirkel en wordt al gauw gezegd: "hij heeft weer iets verkeerds gegeten". Ondertussen zal u duidelijk zijn dat de enige oplossing om van dit probleem af te komen het weer opbouwen van een evenwichtige darmflora is en daarna over te gaan op een voeding die deze darmflora respecteert en

Hieronder de gemiddelde eiwit- en vetpercentages van bepaalde diersoorten : Kip, eiwit 19,3%, vet 9,9% Kalkoen, eiwit 21,8%, vet 6% Kalf, eiwit 22,4%, vet 1,6% Rund, eiwit 20,5%, vet 6,5% Paard, eiwit 22,4, vet 3,0% Geit, eiwit 15%, vet 9,5% Lam, eiwit 16%, vet 14% Konijn tam, eiwit 21%, vet 10% Konijn wild, eiwit 20%, vet 5,0% Haas, eiwit, 21,8%, vet 3,0% Hert, eiwit 20,5%, Vet 3,5%